Heb je vragen? Mail ons op info@vkgkeurmerk.nl
Menu

Een circulaire bouwwereld is niet iets van morgen. Er zijn weinig bedrijven in de keten én opdrachtgevers niet bewust bezig met duurzame ontwikkeling. De eerste stap is om ervoor te zorgen dat hetgeen we creëren lang zijn waarde behoudt. Hoogwaardige materialen hebben een langere levensduur. De eerste stappen in het nauwkeurig ontmantelen, of wel delven, van sloopgebouwen worden gezet. Materialen die van hoge kwaliteit zijn, kunnen worden ingezet in andere projecten. Het provinciehuis Gelderland, in Arnhem, is hier een mooi voorbeeld van.

Een project om van te leren

Platform Duurzaam Gebouwd maakte eerder dit jaar een artikel over het voormalig provinciehuis, genaamd Prinsenhof. De negen verdiepingen tellende betonnen constructie werd ontmanteld en kreeg in drie nieuwe gebouwen een tweede leven. In de aanbesteding, contractering en uitvoering werden er nieuwe paden bewandeld en daarvoor kwam extra geld op tafel. Procesmanager Maik Knuiman van provincie Gelderland vertelt: “De provincie heeft hier echt in geïnvesteerd. Dit pionieren kost 30% meer dan traditionele sloop, maar dat zit hem ook in de kennisdeling en kennisborging.”

Maar liefst zeven kilometer aan kanaalplaatvloeren zijn één-op-één hergebruikt. Een geweldig resultaat, maar in dit geval telt niet enkel het eindproduct. Het is een voorbeeldproject, een leerproject dat kennis oplevert dat gedeeld wordt met de markt en het onderwijs. Na afloop is de conclusie dat traditionele sloop aan de voorkant goedkoper en efficiënter lijkt, maar dat nu al blijkt dat demontage wint.

Maik Knuiman: “Met de huidige energie- en grondstofprijzen durven we te zeggen dat circulair delven in dit geval al voordeliger is.”

De R-ladder

In het circulair delven van het provinciehuis heeft de R-ladder als leidraad gediend. De Rijksoverheid omschrijft dit circulariteitsmodel als volgt: De R-ladder geeft de mate van circulariteit aan. De R-ladder heeft 6 tredes (R1 tot en met R6) die verschillende strategieën van circulariteit weergeven. Strategieën hoger op de ladder, besparen meer grondstoffen. Hoe hoger een strategie op de R-Ladder staat, hoe meer circulair de strategie is. Waarbij R1 de hoogste trede is.

In het kort: Reduce, re-use, recycle.

  • Reduce (R1 en R2) – Bovenaan de ladder staat het verminderen van consumptie en productie en het slimmer maken en gebruiken van producten.
  • Re-use (R3 en R4) – In het midden staat levensduur van producten en onderdelen verlengen.
  • Recycle (R5 en R6)- Onderaan staat het nuttig toepassen van materialen, die anders gestort zouden worden.

Innovatie en hoogwaardige materialen

Kijkend naar onze eigen branche, zien we dat de VKG Kwaliteitseisen zorgen voor hoogwaardige kozijnen met een lange levensduur, 50 tot 75 jaar. Producten met een lange levensduur zorgen voor een flinke grondstoffenbesparing en minimaliseren CO2-uitstoot.

Daarnaast zetten verschillende leden flink in op innovatie. Materiaalbesparing zonder kwaliteitsverlies is daarin een belangrijke. Re-duce is steeds meer van toepassing. Door gebruik van meer en meer recyclaat (mede dankzij de recyclingprogramma’s), reduceren we op het gebruik van virgin PVC.

Re-use is op meerdere manieren in te vullen. Het hergebruiken van een bestaand kunststof kozijn in een ander gebouw bijvoorbeeld. En omdat een kunststof kozijn hoog scoort op de mate van losmaakbaarheid geeft het een scala aan mogelijkheden voor re-use en recycle. Door vakspecialisten te leren hoe een kunststof kozijn te repareren verlengen we de levensduur van het kozijn nog een stukje verder.

Tot slot zitten we op recycle met het VKG Recyclesysteem. Recycling kan hoogwaardig en laagwaardig. Bij hoogwaardige recycling behouden de grondstoffen dezelfde waarde en dat is wat we doen binnen het VKG Recyclesysteem. Het kunststof van oude kozijnen wordt fijngemaakt tot een schone PVC-korrel; de basis voor nieuwe kozijnen. Het mooiste van dit proces, is dat het tot wel 10 keer herhaald kan worden.