11.6.1 Hang-en-sluitwerk

De opdrachtgever  dient regelmatig het hang-en sluitwerk van ramen en deuren te onderhouden. Ten minste eenmaal per jaar moet het hang-en sluitwerk op zijn werking worden gecontroleerd en waar nodig gesmeerd te worden. Als het gebruik van mechanische aandrijvingen, zoals vloerveren, deurdrangers en automatische aandrijvingen van (schuif)deuren afwijkt van de gekozen uitgangspunten ten tijde van het ontwerp, dan dient deze frequentie conform de aanwijzingen van de fabrikant/leverancier te worden aangepast. We bevelen aan voor het onderhoud van hang-en sluitwerk en mechanische aandrijvingen met de leverancier een onderhoudscontract af te sluiten om zeker te zijn van een langdurige optimale werking van deze producten.

11.6.2 Glas en beglazingsrubber

m aantasting van het glasoppervlak door neergeslagen vuil te voorkomen moet ook glas regelmatig worden gereinigd. Daarbij moet voorkomen worden dat op de omliggende profilering van de ramen en kozijnen vuil waswater achterblijft. Die omliggende profilering moet dus altijd worden meegewassen. Ondanks de goede werking van beglazingsrubbers wordt in de constructie rekening gehouden met enige watertoetreding in de sponning. De randverbinding van isolatieglas mag niet langdurig worden belast met water. Om te voorkomen dat te veel water en vuil in de sponning kan dringen is periodieke controle van de beglazingsrubbers nodig. Hierbij moet vooral gelet worden op een goede aansluiting van de rubbers in de hoeken. Meestal concentreert vuil zich bij beglazingsrubbers. Bij het reinigen hiervan geven de beglazingsrubbers zelf niet af. Dit gebeurt echter wel als siliconen zijn gebruikt. In elk geval mag er geen spiritus in het water zitten.

Waterafvoergaten in de sponning zorgen ervoor dat binnengedrongen water naar buiten wordt afgevoerd en de sponning wordt belucht. Een periodieke controle op de goede werking (niet verstopt zijn) van de waterafvoergaten is noodzakelijk. Voor controle van zowel de beglazingsrubbers als de waterafvoergaten kan, afhankelijk van ligging en oriëntatie, een frequentie worden aangehouden van 1 tot 3 jaar.

11.6.3 Ventilatieroosters

Ventilatieroosters moeten minimaal eenmaal per jaar inwendig worden gereinigd volgens de reinigingsvoorschriften van de fabrikant. De buitenzijde van de ventilatieroosters moet even vaak worden gereinigd als de gehele gevelelementen.