5.7.4.1 Algemeen

Het aantal verankeringen, de plaats ervan en de wijze van verankeren, dient zodanig te zijn ontworpen dat de krachten die op het gevelelement worden uitgeoefend (wind- en toevallige belasting) goed op de omringende bouwkundige constructie kunnen worden overgedragen en dat deze constructie het kunststof gevelelement zelf niet belast.
Bij nieuwbouw dient bij het bepalen van de afmetingen van de kunststof gevelelementen rekening te worden gehouden met ‘kruip’ (het doorzakken) van latei-, vloer- en balkconstructies. De verankering moet duidelijk op de tekening worden aangegeven.