2.4.2 Profielvorm

Vuistregel: de verhouding tussen aanzichtzijde en diepte van het profiel handhaven.

De doorsnede van het oorspronkelijke kozijn laat een aantal karakteristieke verhoudingen zien. Daarbij gaat het om de maten van de diepte, de aanzichtbreedte, de hoekscherpte, eventuele schuintes en de plaats van het glas. De vervangende profielen moeten daar in principe aan voldoen. Per periode van de gevelgeschiedenis kunnen andere marges worden aangehouden. Puien uit de jaren zestig laten over het algemeen meer vrijheden toe dan schuiframen uit de negentiende eeuw. Zie figuur 2b.