3.9.2 Mogelijke afwijkingen

Voor het verloop in randhoogte bij isolerend dubbelglas staan in de Europese productnormen geen eisen, maar wordt verwezen naar de toleranties van de producent. In § 3.5 van dit onderdeel gaan we hierop in. Bij isolerend dubbelglas kunnen kleine (stof)deeltjes in de spouw op de afstandhouder liggen. Indien dergelijke kleine vervuilingen het doorzicht niet verstoren is dit geen reden tot afkeuring. De kleur van het glas is afhankelijk van de dikte, de toegepaste folies en coatings. Door het gebruik van verschillende glassoorten en/of samenstellingen kunnen onderling kleurverschillen ontstaan die niet te vermijden zijn.

Bij interferentie of kleurvlekken zijn in het glas olieachtige vlekken zichtbaar die zich verplaatsen als er op het glas druk wordt uitgeoefend. Interferentie is een natuurkundig verschijnsel en wordt niet als een fout in het product gezien. Het is in de meeste gevallen te voorkomen door ruiten van ongelijke dikte te gebruiken.

Condensvorming kan aan de binnen- en buitenzijde van isolerend dubbelglas optreden. Dit wordt veroorzaakt door een combinatie van temperatuur en hoge relatieve luchtvochtigheid en is geen fout in het product.
Indien condensvorming tussen de glasbladen (in de glasspouw) optreedt, is het isolerende dubbelglas niet meer luchtdicht en moet het worden vervangen.