2.5.1 Historische ontwikkeling

Kunststoffen werden omstreeks 1860 voor het eerst geproduceerd. Zij dienden vooral als vervangers voor natuurlijke materialen waaraan een tekort dreigde te ontstaan. Een voorloper was bakeliet. Al spoedig bleken kunststoffen net zo goed of beter te zijn dan de materialen die zij moesten vervangen. Bovendien waren zij goedkoper te maken. Het aantal soorten nam snel toe, omdat telkens nieuwe toepassingen werden ontwikkeld.

Vanaf 1945 is de productie en toepassing van kunststoffen op grote schaal op gang gekomen. Daarvoor zijn veel redenen:

• kunststof biedt unieke mogelijkheden producten water- en luchtdicht te verpakken;
• kunststof is relatief licht, waardoor de energiekosten bij vervoer laag zijn;
• kunststof kan naar wens gevormd en ingekleurd worden;
• de productie van kunststof vergt relatief weinig energie;
• vele kunststofsoorten zijn heel goed te recyclen.

Polyvinylchloride (pvc) werd in de jaren dertig ontwikkeld en heeft goede materiaaleigenschappen. Daarom zijn al in 1960 de eerste profielen geëxtrudeerd om er kozijnen, ramen en deuren van te maken. Kunststof kozijnen zijn allang geen vervangers meer. Het is een zeer nuttig product met een eigen identiteit en bestaansrecht.