8.2.2 Materiaaleigenschappen

Voor constructieonderdelen van gebouwen zijn in het Bouwbesluit de functionele aspecten uitgewerkt in prestatie-eisen met bepalingsmethoden. De prestatie-eisen kunnen worden ingedeeld naar materiaaleigenschappen, constructie-eigenschappen en eigenschappen van daken.

De materiaaleigenschappen die, indien van toepassing (zie Bouwbesluit), beoordeeld worden zijn:

  • onbrandbaarheid: onbrandbaar in de zin van NEN 6064 en geen bijdrage leveren aan de brandvoortplanting;
  • brandvoortplanting: de mate waarin een materiaal bijdraagt aan de brandvoortplanting;
    • bestaande bouw: Bepaling vindt plaats volgens NEN 6065. De brandvoortplanting van kunststof gevel-elementen valt in klasse 2. De gevelvulling voldoet aan zowel de binnenzijde als de buitenzijde ten minste aan klasse 4 van de bijdrage tot brandvoortplanting, bepaald overeenkomstig NEN 6065.
    • nieuwbouw: Bepaling vindt plaats volgens NEN-EN 13501-1. Een deur, een raam, een kozijn en een daaraan gelijk te stellen constructieonderdeel voldoet aan brandklasse D, bepaald volgens NEN-EN 13501-1.
  • rookproductie: de mate waarin een materiaal bij brand rook produceert;
    • bestaande bouw: Bepaling vindt plaats volgens NEN 6066. De rookproductie aan de binnenzijde van de gevelvulling heeft geen grotere rookdichtheid dan 10m-1, bepaald overeenkomstig NEN 6066.
    • nieuwbouw: Bepaling vindt plaats volgens NEN-EN 13501-1. De gevelelementen dienen te voldoen aan rookklasse S2. Er is een uitzondering voor 10% van de totale (binnen)oppervlakte aan constructieonderdelen van het bouwwerk dat de eis van rookklasse S2 niet van toepassing is. Ook kunststof kozijnen mogen onder die 10% worden gerekend.